De medicijnen die bij vruchtbaarheidsbehandelingen worden gebruikt, zijn onderverdeeld in verschillende categorieën. Jouw arts zal op basis van jouw onderzoekgegevens besluiten welk middel zal worden voorgeschreven en in welke dosering. Dit overzicht van de verschillende medicijnen is bedoeld om je enige achtergrondinformatie te verschaffen. Heb jij meer informatie nodig, bespreek jouw vragen dan met je behandelaar.
Voor uitgebreide informatie en prikinstructies verwijzen wij je graag naar de website van onze apotheek Serpha.
1. Middelen voor het laten rijpen van een eicel.
Enkele voorbeelden van deze geneesmiddelen zijn:
- Clomid® (Tabletten, anti-oestrogeen)
- Letrozole® (Tabletten, anti-oestrogeen)
- Gonal F® (injectie, FSH)
- Puregon® (injectie, FSH)
- Menopur® (injectie, FSH en LH)
- Rekovelle® (injectie, FSH)
- Ovaleap® (injectie, FSH)
Doel:
Eicellen laten rijpen voor een eisprong. Dit heet ovulatie-inductie. Hierbij streven we naar de groei en eisprong van één of maximaal twee eiblaasjes. Bij een IVF– en/of ICSI-behandeling worden de medicijnen gebruikt om meerdere eicellen te laten rijpen.
Over de hormonen die via een onderhuidse injectie worden toegediend, krijgt je prikinstructies van de fertiliteitsassistentes. Deze prikinstructies vind je ook terug op deze website: Naar de prikinstructies
Hoe werkt het:
Follikel Stimulerend Hormoon (FSH) en Luteïniserend Hormoon (LH) zijn belangrijke hormonen die door de hypofyse (een klein orgaan aan de basis van onze hersenen) worden gemaakt en belangrijk zijn voor de groei van een eiblaasje (follikel) en aansluitend een eisprong of ovulatie. De hypofyse wordt hiertoe aangezet door Luteinizing Hormone Releasing Hormone (LHRH), afkomstig van een hoger gelegen hersendeel.
FSH zorgt voornamelijk voor de groei van de follikel, terwijl LH zorgt voor groei en eisprong. Stoornissen bij de regulatie en aanmaak van deze hormonen kunnen de eisprong vertragen of tegenhouden. Door Clomid, Letrozole of Lutrelef toe te dienen kan jouw eigen FSH-productie worden verhoogd. Door FSH (en eventueel LH) toe te dienen worden de eierstokken direct gestimuleerd. Door een hogere dosis te gebruiken kunnen meer follikels ontstaan, zoals nodig bij IVF- en ICSI-behandelingen.
Mogelijke bijwerkingen:
- Gevoelige buik door stimulatie van de eierstokken.
- Hoofdpijn
- Stemmingswisselingen
- Een allergische reactie op de plaats van de injectie of op armen en benen (zelden). Merk jij dit, waarschuw dan jouw behandelaar.
- Meerlingzwangerschap, doordat er meer dan één eisprong is en/of meer dan één embryo in de baarmoeder wordt teruggeplaatst.
- Ovarieel hyperstimulatie syndroom. Hierbij ontstaan er te veel follikels, waardoor de hormonen verstoord raken, maar ook de vochthuishouding ernstig verstoord kan raken. Neem contact op met Nij Barrahûs als je last hebt van een opgezette buik, kortademigheid of pijn bij de ademhaling.
2. Middelen die de eisprong kunnen triggeren
Voorbeelden hiervan zijn:
- Gonasi® (hCG, 5000 IE)
- Ovitrelle® (hCG, 250 mg).
Het hCG (zwangerschapshormoon) van Gonasi® wordt gewonnen uit de urine van zwangere vrouwen en heeft een LH-achtige werking (zorgt voor groei en springen van eicellen). Ovitrelle® bevat ook hCG, via recombinant DNA-techniek (het combineren van verschillende DNA-fragmenten) verkregen.
Doel:
36 tot 40 uur na toediening is een eisprong te verwachten. Het medicijn wordt gebruikt bij het plannen van een IUI-behandeling of de planning van een spontane conceptie (zwangerschap), of voorafgaand aan de IVF-eicelpunctie.
Voor de eisprong zullen follikels en eicellen door het middel een laatste rijpingsproces doormaken, waardoor de eicel bevrucht kan worden. Zonder deze laatste eicelrijping is geen bevruchting mogelijk.
Zwangerschapshormoon hCG heeft dezelfde werking als LH, waardoor het ook zorgt voor een stimulatie van de productie van het hormoon progesteron. Om deze reden kan het hCG ook worden ingezet bij IVF en ICSI voor het ondersteunen van de innesteling van het embryo na terugplaatsing.
Krijg je hCG voorgeschreven let dan op datum en tijdstip van toediening en vergeet niet op de juiste voorgeschreven dosis te letten. Je krijgt hierover duidelijke instructies.
Hoe werkt het:
In de natuurlijke cyclus ontstaat vanuit de hypofyse een piek van het hormoon LH. Dit LH zorgt voor de laatste rijping van de follikel en voor het barsten van de follikel, waardoor de eicel vrijkomt en bevrucht kan worden. Het zorgt ook voor de productie van progesteron.
Mogelijke bijwerkingen:
De werkzame stof hCG (= zwangerschapshormoon) kan bij IVF en ICSI het ovarieel hyperstimulatie syndroom uitlokken. Dit gebeurt alleen als er veel follikels zijn ontstaan en soms wordt afgezien van het toedienen van hCG en stopt daarmee de behandeling om een ernstig hyperstimulatiesyndroom te voorkomen.
3. Middelen die een eisprong kunnen voorkomen
Welke middelen:
LHRH agonisten
LHRH antagonisten
Doel:
Het niet voortijdig laten optreden van de eisprong bij de IVF– en ICSI-behandeling. Immers, als dit gebeurt, is er geen eicel bij de punctie meer te verkrijgen of zijn de eicellen overrijp.
Hoe werkt het:
LHRH (luteinizing hormone releasing hormone) wordt gevormd door de hypothalamus in onze hersenen en zorgt voor de productie van LH en FSH, vanuit de hypofyse (een klein orgaan aan de basis van onze hersenen). LH zorgt voor het rijpen van de eicel en het barsten van de follikel.
Door een kleine verandering in het LHRH-molecuul ontstaat een hormoon, die de werking van het LHRH teniet doet (blokkeert), waardoor geen LH en geen FSH ontstaat. Na de invoering van dit hulphormoon werden de resultaten van de IVF en ICSI aanzienlijk verbeterd, doordat nu geen voortijdige rijping van de eiblaasjes en eicellen meer optrad.
De middelen worden ook ingezet wanneer een situatie moet worden gecreëerd, waarbij geen vrouwelijk hormoon mag worden gemaakt en dus een situatie ontstaat als bij de overgang, waarbij de eierstokken geen activiteit meer tonen. Dit komt voor bij de behandeling van vleesbomen (myomen) en endometriose (het hebben van verdwaald baarmoederslijmvlies).
Mogelijke bijwerkingen:
Bij langdurig gebruik (langer dan één week) symptomen van de overgang: opvliegers, vermoeidheid. Deze zijn van voorbijgaande aard; zodra de stimulatie begint en de eierstokken weer worden geactiveerd, zijn ze verdwenen.
4. Middelen voor de ondersteuning van het baarmoederslijmvlies
Welke middelen:
Onder andere Utrogestan en Lutinus vaginaaltabletten, Cyclogest ovules en Prolutex injectievloeistof. De middelen bevatten het hormoon progesteron.
Welk doel wordt nagestreefd:
Het voorkomen van het voortijdig loslaten van het baarmoederslijmvlies vanwege een tekort aan progesteron.
Hoe werkt het:
Progesteron wordt na elke eisprong door de eierstok gemaakt en zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies zodanig verandert, waardoor innesteling mogelijk wordt. De daling in de productie van progesteron door de eierstok is het signaal voor loslating van het baarmoederslijmvlies (de binnen- bekleding van de baarmoeder). Hiermee ontstaat de bloeding, die wij menstruatie noemen.
Bij vruchtbaarheidsbehandelingen (met name IVF en ICSI) kan een tekort aan progesteron hetzelfde effect geven en dus een mogelijke innesteling tegen gaan.
Rondom terugplaatsing van het embryo wordt daarom gestart met extra progesteronmedicatie (vaginaal of via injecties).
Mogelijke bijwerkingen:
Allergie (zelden); waardoor jeuk en irritatie. Mocht dat voorkomen, neem dan eerst contact op met onze kliniek. Wij kunnen dan mogelijk alternatieve medicatie adviseren. Ook slaperigheid wordt als bijwerking gemeld.