Gedurende een periode waarin twee tot drie menstruaties plaatsvinden, kun je een basale temperatuurcurve (BTC) bijhouden. Hierbij meet je zodra je wakker bent, via de anus je temperatuur. Dit begint op de eerste dag van jouw menstruatie (cyclusdag 1). De eisprong vindt meestal 14 dagen voor de menstruatie plaats. Het eerste gedeelte van de cyclus kan variëren in lengte. Of er een eisprong heeft plaatsgevonden is dus alleen achteraf vast te stellen. Een normale cyclus duurt minimaal 21 en maximaal 42 dagen, met een gemiddelde van 28 dagen (+/- 4 dagen). Na de eisprong is de lichaamstemperatuur gemiddeld 0,3 tot 0,5 graad Celsius hoger.
Progesteronbepaling
De waarde van het hormoon progesteron in het bloed, die bepaald wordt in de tweede helft van de cyclus, geeft aan of er een eisprong heeft plaatsgevonden. Progesteron wordt door de eierstok geproduceerd, nadat een eisprong heeft plaatsgevonden. Progesteron verandert het baarmoederslijmvlies (de binnenbekleding van de baarmoederholte) zodanig, dat innesteling van het embryo kan plaatsvinden.
Inwendige echoscopie
Bij inwendige (vaginale) echoscopie wordt een dunne staaf (probe), beschermd met een condoom, ingebracht in de schede. Door middel van ultrasoon geluid worden de eierstokken en eiblaasjes in beeld gebracht. Ook de baarmoeder en de dikte van het baarmoederslijmvlies worden bekeken. Met behulp van vaginale echoscopie kan de gynaecoloog zien of de eisprong nabij is. Dit wordt bepaald aan de hand van de grootte van de eiblaasjes (follikels).
Afhankelijk van de bevindingen tijdens de echoscopie wordt deze herhaald tot de eisprong heeft plaatsgevonden. Hierdoor kan de arts advies geven over jouw vruchtbare periode.