IVF-behandeling door Nij Barrahûs
In vitro fertilisatie wordt ook wel reageerbuisbevruchting genoemd. Om bevruchting te laten plaatsvinden, brengt men in het IVF-laboratorium eicellen samen met zaadcellen. Nadat door de embryoloog met behulp van de microscoop bevruchting en de eerste celdelingen zijn vastgesteld, wordt een embryo in de baarmoederholte teruggeplaatst.
Stap voor stap uw droom verwezenlijken
1Voorbereiding
Door uw arts wordt de indicatie voor IVF gesteld. U wordt door ons geïnformeerd over de behandeling. Zo zullen er prikinstructies worden gegeven, een behandelschema worden gemaakt en besproken, eventueel bloedonderzoek gedaan.Circa 2 weken voor de start van de behandeling wordt de benodigde medicatie door ons besteld bij Serpha Apotheek en bij u thuis afgeleverd.
2Monitoring follikelgroei en stimulatie
Bij IVF-behandelingen moeten hormonen gebruikt worden om een vroegtijdige eisprong te voorkomen. In sommige gevallen wordt aan het begin van de behandeling een echo gemaakt om te bekijken of de eierstokken en baarmoeder er normaal uitzien. Als dit zo is, worden de eierstokken met hormonen gestimuleerd om meerdere follikels en eicellen te laten rijpen. Het proces van follikelrijping wordt door middel van echoscopie gevolgd. Als de follikels groot genoeg, en dus rijp, zijn wordt de punctie gepland. U krijgt dan een hormoon toegediend om de punctie voor te bereiden.
3Punctie
De punctie vindt plaats in Nij Barrahûs. Via vaginale echoscopie, met een echokop voorzien van een naaldgeleider waardoor een dunne holle naald gaat, wordt het follikelvocht met daarin de eicellen weggezogen en opgevangen in buisjes. Bij de punctie krijgt u pijnstilling.
De man wordt gevraagd sperma in te leveren en de zaadcellen worden uit het sperma gehaald. De optimale onthoudingsduur voor de man is twee tot vier dagen. Er kan ook gebruik gemaakt worden van eerder verkregen ingevroren sperma of donorsperma.
4Bevruchting
In ons IVF-laboratorium worden de eicellen samengebracht met uit het sperma geïsoleerde zaadcellen. Gemiddeld wordt ongeveer 70% van de eicellen bevrucht waarbij een embryo ontstaat. Soms komt het voor dat er geen bevruchting optreedt. Als er bevruchting is opgetreden dan worden één of twee embryo’s in de baarmoeder teruggeplaatst (dit noemen we ET of embryotransfer)
5Embryotransfer
Het terugplaatsen van een embryo gebeurt drie tot vijf dagen na de punctie. Ook dit gebeurt in onze eigen kliniek.
De beslissing om één of twee embryo’s terug te plaatsen hangt af van de kwaliteit van het embryo en uw leeftijd. Bij de beoordeling wordt geprobeerd een goede inschatting te maken van de kans op innesteling van het embryo en dus het ontstaan van een zwangerschap. Is die kans groot dan adviseren we één embryo terug te plaatsen, om meerlingen te voorkomen. Hierover wordt uitgebreid met u gesproken. Hoe ouder u bent, hoe minder de kans op innesteling van het embryo.
6Eventueel invriezen overtallige embryo’s
Indien de overige embryo’s daartoe geschikt zijn kunnen deze, in overleg met u, worden ingevroren voor een eventuele volgende terugplaatsing. Door verbeterende invries-techniek is de kans op een succesvolle ontdooiing rond de 75%. De kans op een zwangerschap na een zogeheten cryo-embryotransfer is bijna gelijk aan een ‘verse’ embryotransfer.