Van 6 tot en met 13 november is het de Europese Week van de Vruchtbaarheid. Het thema is dit jaar mentale gezondheid. Patiënte Noor heeft gehoor gegeven aan onze oproep om persoonlijke verhalen te delen. We willen herkenning en erkenning bieden aan een iedereen die kampt met een onvervulde kinderwens. Maar ook om te laten weten; je bent niet de enige en je staat er niet alleen voor!
Lees in de blog van Noor hoe zij en haar partner mentaal voor zichzelf zorgen tijdens hun fertiliteitstraject.
Vier de goede momenten
Voor Noor en haar vriend begon het verhaal van hun kinderwenstraject 5 jaar geleden.
Noor: ‘’We waren eraan toe om samen een kindje te krijgen. We zijn toen eerst onze leefstijl gaan verbeteren. Mijn vriend rookte en wilde stoppen. Ik besloot om nog wat kilo’s kwijt te raken om op een gezond BMI uit te komen. Toen we eenmaal begonnen te proberen om zwanger te raken was het de eerste keer meteen raak: zwanger! Wat een verrassing en wat waren we ontzettend blij! Helaas kreeg ik een vroege miskraam en dat kwam heel hard aan.
We waren erg verdrietig maar bleven het wel proberen. Alleen waren we na 1 jaar nog niet opnieuw in verwachting geraakt. Toen zijn we naar de huisarts gegaan en deze heeft ons doorverwezen naar het ziekenhuis. Uit de eerste onderzoeken die daar werden gedaan kwam niks bijzonders. We hebben zelfs een baarmoederfoto laten maken. Maar er werd geen aanwijsbare oorzaak gevonden waarom het bij ons niet zou lukken. Maar toch raakte ik maar niet in verwachting.
We hebben toen de vraag gesteld aan de doktoren of er geen aanvullend onderzoek gedaan kon worden. Dit kon niet. Toen besloten we naar een Nederlandse arts in België te gaan voor een second opinion. Die concludeerde dat mijn schildklier niet goed werkte en mijn baarmoeder een afwijkende vorm had. Ik ben in België aan mijn baarmoeder geopereerd en het advies was om eerst te wachten tot de schildklierwaardes goed waren, voordat we het zelf weer gingen proberen. Dat heeft een half jaar geduurd.
Verandering
Ondertussen kwam onze relatie in zwaar weer. In alles wat we meemaakten was ik degene die erover wilde praten. Mijn vriend is een binnenvetter en vond het moeilijker om dingen te delen. We zijn in relatietherapie gegaan en gelukkig hebben we elkaar daar weer gevonden. Samen gaan we weer vol voor onze relatie én voor onze kinderwens!
We zijn niet teruggegaan naar het ziekenhuis, maar zijn ons online gaan oriënteren op goede alternatieven. We hebben verschillende klinieken vergeleken maar Nij Barrahûs sprak ons het meeste aan. Uit de onderzoeken bij Nij Barrahûs bleek wederom dat er niets aantoonbaars is waardoor wij niet zwanger zouden kunnen raken. We mochten dus starten met IUI-behandelingen. We hebben dat moment echt even samen gevierd en zijn lekker gaan lunchen op een fijne plek! Het mogen starten voelde als een overwinning.
Hoop
We zijn in juni 2023 aardig hoopvol gestart met IUI. Inmiddels zijn we bij onze 6e poging aanbeland. Binnenkort hebben we een evaluatiegesprek over het vervolg; stappen we over naar IVF/ICSI of niet? Zolang er kansen zijn om zwanger te raken is er voor ons hoop. Maar die hoop wordt wel steeds minder. Toen onze 5e IUI-poging op niets uitliep, kondigde een vriendin van mij aan zwanger te zijn. Ik wist dat zij ook moeite had om in verwachting te raken en ondanks dat ik het haar enorm gun, gun ik het mezelf ook zo ontzettend! Dat zijn moeilijke momenten.
Mentaal kunnen we ons kinderwenstraject dragen door het samen over de emotionele kant te hebben. Verdriet mag er zijn. Mijn familie en vriendinnen weten dat wij in een medisch traject zitten en ook bij hen kan ik mijn verhaal kwijt. Het voordeel van de openheid is dat je niet geheimzinnig hoeft te doen als je onverwacht weg moet, of niet komt voor bepaalde feestjes omdat je bijvoorbeeld geen griep wilt krijgen waardoor een volgende behandeling niet kan doorgaan.
Vier de goede momenten
We blijven samen leuke dingen doen en proberen onszelf niet te verliezen in onze kinderwens. Wat wel goed gaat, vieren we. Dat is ook mijn advies aan anderen die in een vergelijkbare situatie zitten; blijf er niet alleen mee rondlopen, het is te zwaar. Praat erover. Als het kan met je familie of vriendinnen, of vraag hulp bij je huisarts of de praktijkondersteuner. En vier de goede momenten, hoe klein ze ook zijn.”